het babbelt en kabbelt, elke werkdag een andere groep
bezoekers en streng kijkendende duo’s hoezo roepers
voor het schemerige scherm hun frikken-best doen
de wereld ten koste van gasten te doorgronden
tot vervelends toe incestueus herhaalde gezichten
nooit eens een luid roepen, ben je daar alweer?
vaak vergaat de lust om te luisteren, slaap welt op
zonder geluid lijkt het nog een saaie pantomime
het praat langs elkaar, herhaalt zich in echo’s van clichés
onwetendheid, onbenulligheid en kleutergroep spelletjes
als er een deskundige zich waagt, wordt hij platgewalst
kan niet uitspreken, resulteert geen effect, laat verwarring na
zelf ingenomen zombies draaien slappe format rondjes af
we worden kijk-en-luister moe en suf van luchtbellen blazerij
de keuvelaars van de oppervlakte en delvers van plattitudes;
geconditioneerd als kijker, vrijwillig geïnfecteerd door beeldbuis tuig.